Een provocerende conversatie door middel van provocatypes.
Marjolijn Ruyg, CMD hoofddocent, Lectoraat Urban Interaction Design aan de Hogeschool van Amsterdam.
Door te praten kom je verder. Als ontwerper is het van cruciaal belang dat je, om een goed product af te leveren, altijd blijft praten met de doelgroep voor wie je ontwerpt. Dit leidt namelijk tot betere producten. Daarom worden er vaak door designers prototypes gemaakt. Dit wordt gedaan om iets te laten zien aan een doelgroep waar je voor ontwerpt: dit kan zowel een product zijn als een interface. Een stap verder dan een prototype is een provocatype waar je meer als onderzoeker te werk gaat.
Een provocatype is – zoals de naam al zegt – een combinatie van een provocatie en een prototype. Je maakt namelijk een provocatype om een discussie op gang te brengen. In zo’n discussie zullen mensen geneigd zijn hun grenzen aan te geven en daardoor krijg je als onderzoeker goed zicht op hun wensen en eisen. Je hoeft dit niet daadwerkelijk uit te werken tot een functioneel prototype – al is dit natuurlijk wel leuk. Een idee, gevisualiseerd, kan ook, al is een fysiek product sterker om mensen kennis met je idee te laten maken. Provocatypes worden vooral gebruikt om huidige denkbeelden te extrapoleren naar de toekomst, veelal met als consequentie een utopische dan wel dystopische voorstelling van zaken (het provocatype). De discussie over deze consequenties geeft inzicht in hoe we nu willen ontwerpen om de toekomst – vooral ethisch verantwoord – vorm te geven.
Om succesvol gebruik te kunnen maken van provocatypes als onderzoeksmethode is het essentieel om een aantal stappen te volgen. Deze stappen zijn als volgt:
Voor welk probleem wil je een provocatype maken? Dit kan een groot probleem zijn of een klein probleem zijn. Het interessantste is om een probleem te kiezen dat je als designer na aan het hart ligt en waar controversiële, wellicht hardnekkige denbeelden achter schuil gaan. Als je een probleem hebt gekozen, kan je kijken hoe je denkt dat dit probleem er over een bepaalde tijdsspanne uit ziet. Zo kan je een toekomstbeeld ontwerpen voor over 5 maar ook voor over 50 jaar. Het is van belang dat je vooral de huidige denkbeelden slim extrapoleert zodat je zicht krijgt op de controverse.
Als je een probleem hebt gekozen waar je een provocatype voor wilt gaan ontwikkelen, is het de zaak om te kijken wat er allemaal speelt rondom dit probleem. Als je bijvoorbeeld als probleem ‘de verspreiding van misinformatie’ hebt, kan je door middel van deskresearch en literatuuronderzoek kijken hoe mensen op dit moment hun nieuws consumeren. Gebruik hiervoor databanken om achter wetenschappelijke informatie te komen. Om tot een onderwerp te komen kan het ook interessant zijn om eerst de machten en krachten in kaart te brengen, zoals bij methode “Ontwerpen vanuit woede”
Nadat je informatie hebt verzameld rondom het probleem dat je hebt gekozen, kan je een specifiekere kant van dit probleem kiezen. Als je het probleem ‘de verspreiding van misinformatie’ hebt gekozen, kan je bijvoorbeeld als specifieker probleem ‘de verspreiding van fake news op Twitter’ kiezen. Je kan het probleem zo groot of klein maken als je wilt. Wij kozen binnen de afvalsituatie voor het dumpen van plastic op straat, en als tijdstip in de toekomst de situatie over 25 jaar.
Nadat je hebt gekozen wat voor probleem je precies wilt aanpakken, is het tijd om een oplossing hiervoor te verzinnen. Dit mogen gekke, abstracte ideeën zijn, die helemaal niet per se fijn zijn voor de doelgroep. Het punt is namelijk niet om een werkend prototype of een oplossing voor het probleem te verzinnen, maar om een idee te verzinnen dat provoceert en dus een discussie uitlokt. Als je namelijk een discussie uitlokt bij de groep waar je later mee wilt gaan testen, kan je een discussie houden over wat de mening van de doelgroep is, en of ze je provocatype wel ethisch verantwoord vinden. Het is dus belangrijk dat je provocatype niet ‘de ideale oplossing’ is: het mag juist iets zijn dat ethisch wellicht niet verantwoord is. Dit zal enkel leiden tot meer discussie en dus meer waardevolle informatie!
Nu is het tijd om je product te maken. Je kan het idee dat je zojuist bedacht hebt uitwerken. Belangrijk is om hierbij te realiseren dat het helemaal geen goed-werkend product hoeft te zijn: het moge brede lijnen zijn, je kan hier je creativiteit in kwijt. Let wel op: des te concreter je oplossing, des te makkelijker het gesprek met je doelgroep. Als je een onduidelijk idee en onduidelijke oplossing hebt, leidt dit waarschijnlijk tot een minder vruchtbare sessie.
Nadat je, je product hebt gemaakt kan je dit voorleggen aan de doelgroep voor wie je het hebt georganiseerd. Presenteer je product en de context waarin het product in de toekomst gebruikt zal worden, en vraag naar de mening en gedachtes van mensen. Ondervraag ze goed, vraag wat ze ervan vinden, of ze dit zelf in de toekomst graag zouden willen gebruiken, of juist niet. Let er ook op dat het belangrijk is om goed door te vragen, zo laat je geen waardevolle informatie liggen.
Verzamel tijdens de discussie met de doelgroep informatie. Dit kan je op meerdere manieren doen, zo kan je het opnemen, filmen en/of notuleren. Zolang de participanten hier maar mee instemmen. Op deze manier kun je achteraf alle informatie in alle rust analyseren. Uit deze analyse kan je conclusies trekken over het toekomstbeeld van je doelgroep en hoe ze zich verhouden tot de controverse. Aldus verzamel je inzichten die je kunt gebruiken bij het ontwerpproces.
De discussie die je houdt met de participanten kan veel informatie opleveren. Het is handig om zelf als voorzitter te acteren tijdens het discussie-moment: dit om te voorkomen dat de discussie te veel afdwaalt. Het kan nodig zijn om vooraf vragen op te stellen: je kan ook een aantal stellingen aan de groep voorlegggen, en ze er onderling over laten praten. Het resultaat zal inzichten geven over de denkbeelden van de doelgroep.
De methode is zowel online als fysiek uitvoerbaar. Wel zal het makkelijker zijn om deze onderzoeksmethode fysiek uit te voeren omdat dat makkelijker presenteert. Daarnaast is het discussiëren in een fysieke ruimte gemakkelijker uit te voeren wanneer je dit gezamenlijk met de participanten kan doen. Echter is het uiteraard ook mogelijk om digitaal met mensen te discussiëren.
Voordelen
Nadelen
Floris van Schie, Joey Man, Jesse van Hooff